Nederlands

Hoe wordt leverkanker behandeld?

Er zijn verschillende manieren om leverkanker te behandelen. De keuze van de behandeling is afhankelijk van verschillende elementen.

Planning van de behandeling van leverkanker

In eerste instantie zal de keuze van de behandeling afhangen van het stadium van de leverkanker wanneer deze wordt vastgesteld. De toestand van de lever en de algemene gezondheidstoestand van de patiënt zullen ook een belangrijke rol spelen. De arts bepaalt het stadium van de ziekte met behulp van een diagnostische procedure.

De verschillende stadia van leverkanker zijn:

  • Stadium 0 en stadium A: vroeg stadium

  • Stadium B: tussenstadium

  • Stadium C: vergevorderd stadium

  • Stadium D: terminaal stadium

De fundamentele vragen voor de stadiëring zijn:

  • Wat zijn de afmetingen van de tumor?

  • Is de tumor binnengedrongen in de bloedvaten van de lever?

  • Is de tumor al uitgebreid naar andere organen?

  • Wat is de toestand van de lever?

  • Wat is de algemene toestand van de patiënt?

De behandeling zal afhangen van de grootte, de locatie en het stadium van de tumor. Ook de algemene gezondheidstoestand van de patiënt zal een rol spelen. De behandeling zal besproken worden door een team van experten (bv oncologen, chirurgen, gastro-enterologen, radiologen).

Chirurgische ingreep: gedeeltelijke resectie of levertransplantatie

Er bestaan twee mogelijkheden om leverkanker chirurgisch te behandelen:

De chirurg verwijdert enkel het deel van de lever dat is aangetast door de tumor. De chirurg kan tot drie vierden van de lever verwijderen. De lever groeit over het algemeen terug enkele weken na de ingreep. Een gedeeltelijke resectie is echter enkel mogelijk als de tumor slechts een beperkte zone van de lever heeft aangetast en als het orgaan nog goed functioneert. De lever is het enige orgaan dat volledig kan teruggroeien wanneer het gedeeltelijk wordt verwijderd.

Een levertransplantatie bestaat uit het verwijderen van het hele orgaan en het vervangen door een donorlever. Een levertransplantatie kan ook worden uitgevoerd op een levende persoon. In dat geval neemt de chirurg slechts een deel van de lever van de donor weg, die meestal een naaste is van de ontvanger. In het algemeen groeit de lever zowel bij de donor als de ontvanger terug tot een normale omvang zonder functionele gebreken.

Een levertransplantatie is onderworpen aan strikte voorwaarden. Er zijn bovendien niet voldoende donororganen en de wachtlijsten voor de patiënten zijn lang. Na de transplantatie moeten de patiënten de rest van hun leven medicatie nemen die het afstoten van de getransplanteerde lever verhinderen.

Lokale behandeling van een levertumor

Als het niet mogelijk is om de tumor chirurgisch te behandelen, bestaan er verschillende lokale behandelingsmethodes om de uitbreiding van kankercellen af te remmen. Actieve stoffen worden rechtstreeks toegediend aan de tumor met behulp van een dunne naald of sonde door de buikwand, of met behulp van een katheter in een bloedvat.

Tijdens een ablatie door radiofrequentie brengt de arts een sonde in die het tumorweefsel verwarmt met behulp van radiogolven om deze te vernietigen.

De arts gaat door de buikwand met een fijne naald tot in de levertumor. Met behulp van deze naald injecteert hij zuivere alcohol (ethanol) of andere stoffen (bv. azijnzuur) in de tumor. Deze stoffen vernietigen de kankercellen.

Transarteriële radioembolisatie is vorm van interne radiotherapie. Deze behandeling bestaat uit het blokkeren van de bloedtoevoer naar de levertumor en het rechtstreeks toedienen van radiotherapie in de tumor.

Deze methode wordt uitgevoerd door een radioloog en combineert twee processen: enerzijds chemotherapie en anderzijds het afsluiten van bloedvaten (embolisatie). De radioloog brengt hiervoor een katheter in een slagader in ter hoogte van de lies en leidt deze tot in de hepatische ader. Zo kan de chemotherapie via de katheter rechtstreeks in de tumor worden geïnjecteerd. Bovendien worden door de katheter kleine plastic deeltjes door de bloedvaten gestuurd die de tumor voeden totdat ze zijn afgesloten. De kankercellen, die geen voedingsstoffen of zuurstof meer krijgen, sterven af.

Deze methodes voor lokale behandeling van tumoren kunnen meestal worden uitgevoerd onder lokale verdoving en duren slechts enkele uren. Volgens de gegeven situatie kan de chirurg ook een lokale behandeling toepassen tijdens een open abdominale ingreep, bijvoorbeeld wanneer hij bovendien een gedeeltelijke resectie van de lever moet uitvoeren. De verschillende lokale methodes kunnen immers ook onderling of met andere behandelingen gecombineerd worden.

Medicamenteuze behandeling

Naast een lokale behandeling kan ook medicamenteuze behandeling gegeven worden waarbij geneesmiddelen worden toegediend:

Dit zijn behandelingen die doelgericht de groei van kankercellen kunnen afremmen of stoppen. Deze geneesmiddelen blokkeren bepaalde kinasen. Kinasen zijn eiwitten die de celgroei stimuleren en vaak continu actief zijn in de kankercellen. Deze kinasen blokkeren, kan dus de groei van de tumor afremmen of blokkeren.

Dit zijn behandelingen die zullen inwerken op het natuurlijke immuunsysteem van de patiënt. Deze geneesmiddelen stimuleren het eigen immuunsysteem om kankercellen aan te vallen en op te ruimen.

Bijzondere gevallen: cholangiocarcinoom

In het geval van een cholangiocellulair carcinoom bevindt de tumor zich in de galwegen. Als het mogelijk is om de tumor volledig te verwijderen, wordt er een chirurgische ingreep uitgevoerd. Maar voor twee derde van de patiënten is de leverkanker al vergevorderd op het moment dat hij gediagnosticeerd wordt, en bijgevolg niet meer opereerbaar. Als de gezondheidstoestand van de patiënt dit toelaat, wordt hij met chemotherapie behandeld.

Wat zijn de bijwerkingen van de behandelingen van leverkanker?

De verschillende behandelingsopties van leverkanker hebben elk hun eigen specifieke bijwerkingen.

Bijwerkingen van de lokale behandelingen kunnen zijn:

  • Koorts

  • Pijn bovenin de buik

  • Misselijkheid

Bijwerkingen van doelgerichte therapie kunnen zijn:

  • Gastro-intestinale bijwerkingen (bv. Diarree, misselijkheid)

  • Huidproblemen (bv. rode handpalmen en voetzolen of hand-voetsyndroom)

  • Hoge bloeddruk

Bijwerkingen van immunotherapie kunnen zijn:

  • Gastro-intestinale bijwerkingen (bv. Diarree, misselijkheid)

  • Huid (bv. Uitslag, jeuk)

Het al dan niet aanwezig zijn van bijwerkingen, en de mate waarin ze voorkomen, hangt af van veel verschillende factoren en verschilt van geval tot geval.

  • (Geraadpleegd op 14/11/2023)

  • (Geraadpleegd op 14/11/2023)

  • (Geraadpleegd op 14/11/2023)

  • (Geraadpleegd op 14/11/2023)

  • (Geraadpleegd op 15/11/2023)

R.E. Pharm. Eline De Buryne - M-BE-00000103 - updated on 24/11/2023

De informatie op deze site is bedoeld voor een breed publiek en kan productdetails of andere informatie bevatten die niet van toepassing of geldig is in uw land. Wij maken u erop attent dat wij geen enkele verantwoordelijkheid nemen voor het benaderen van deze informatie, die mogelijk niet in overeenstemming is met geldende juridische procedures, wet- en regelgeving, registraties of gebruiken in uw land.

Roche Pharma in AnderlechtRoche Diagnostics in DiegemLinkedInVoor patiëntenPatiëntenveiligheid en medische informatieGebruiksvoorwaardenPrivacyverklaring